FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Opiumboer is de enige baan die Bedoeïenen in Sinaï kunnen krijgen

Dit zijn de onbedoelde gevolgen van de opstand in Caïro.

Een opiumplantje in Sinaï

Als in de lente de schemering valt in het Egyptische Sinaïgebergte, laten de opiumboeren hun tuintjes achter – een bonte verzameling aan roze, paarse en groene kleuren – en maken een kampvuur voor in de avond.

Groepen jonge mannen of families verzamelen rond het vuur om brood te maken en thee te zetten. Ze leven in geïmproviseerde hutjes met lage stenen muurtjes en daken van dekzeil en palmbladeren. Hun leven bestaat uit vroeg naar bed gaan en vroeg weer opstaan, en zolang het licht is, houden ze zich bezig met hun planten. Mijn gastheren van de avond vertellen dat dit afgelegen, illegale werk niet hun eigen beroepskeuze was, maar met het weinige werk dat er is, zit er om wat geld te kunnen verdienen weinig anders op. Hun verhaal is typisch voor de bedoeïenen van de Sinaï. Deze gemeenschap is door de overheid en private ontwikkelaars uit de officiële economische ontwikkeling geplaatst, en kan alleen overleven met één voet in de illegale economie: de smokkel van auto’s, wapens, mensen, benzine – en drugs.

Advertentie

Afgelopen voorjaar hoorde ik in een rokerige bar in Caïro voor het eerst over de opiumvelden in de zuidelijke Sinaï. Het verhaal intrigeerde me omdat terwijl de moedjahedien van Noord-Sinaï alle aandacht krijgen omdat ze gasleidingen opblazen, dienstplichtigen vermoorden en wat dies meer zij, je weinig hoort over het minder populaire zuiden. De omvang van de drugseconomie in de regio is nauwelijks bekend – en als het wel in het nieuws komt, gaat het meestal over niet-gouvernementele organisatie’s (ngo’s) die proberen drugsboeren te verleiden tot het verbouwen van kruiden.

Ik ontdekte echter tijdens mijn bezoek dat de daling van het toerisme en de terugtrekking van de politie sinds de opstand in januari 2011 een bloei hebben veroorzaakt in de opiumverbouwing. Daardoor verandert de samenleving van Zuid-Sinaï, het land wordt overspoeld met goedkope opium.

Mohammed Khedr, de coördinator van de Community Foundation for South Sinai– een organisatie die de lokale economie onderzoekt – vermoedde afgelopen voorjaar dat de productie van opium en marihuana is verdubbeld sinds 2010. Dit zorgde ervoor dat ongeveer 45 procent van de mannelijke bedoeïenen in het zuiden van de Sinaï afgelopen jaar aan het werk kon. Andere inwoners schatten een nog hoger percentage.

Een opiumboer controleert een jong plantje.

Hoewel er zowel particuliere als door de staat geleide ontwikkelingen zijn geweest in de Sinaï, worden de bedoeïenen bijna geheel buitengesloten – ook door de politie en het leger. Egyptenaren uit het Deltagebied worden geïmporteerd om te werken in de fabrieken, overheidsgebouwen en badplaatsen. Dat is een vorm van economische apartheid waardoor bedoeïenen moeten worstelen om een baan te vinden aan het randje van de Egyptische toeristeneconomie. Het toerisme kreeg een harde klap door de economische crisis in 2008, en werd nog harder geraakt door de revolutie. Een van mijn gastheren uit de opiumvelden kon vroeger een paar keer per week werken in een lokale attractie, maar sinds de revolutie komt daar geen hond meer.

Advertentie

Volgens een rapport van de Amerikaanse Universiteit in Caïro heeft 81 procent van de bedoeïenen in het zuiden van de Sinaï te maken met voedselschaarste en hebben hun kinderen drie keer meer kans op ondervoeding dan andere kinderen in Egypte. De helft moet overleven met minder dan een dollar per dag. Ik vroeg aan een boer wat hij zou doen als ze zijn gewassen zouden verwoesten: “Binnen zitten en niks eten,” zei hij.

“Als de overheid niet gewoon een manier vindt om de bedoeïenen in de ontwikkeling van Sinaï te betrekken, geven de bedoeïenen de drugs nooit op,” vertelde Mohammed mij. “Want wij zien het zo: de drugs zijn verboden, maar het laten verhongeren van onze kinderen is ook verboden.”

Toen de revolutie uitbrak in Caïro zagen de bedoeïenen in Sinaï hun kans om wraak te nemen op het onderdrukkende veiligheidsapparaat. Een aantal politiebureaus werd aangevallen en de agenten werden uit steden verdreven. Eenmaal terug in Caïro ontmoette ik een veteraan van het anti-drugsteam, die tot het uitbreken van de revolutie in de Sinaï had gewerkt. Hij vertelde me dat er al voor de revolutie controlevliegtuigen van de politie werden beschoten. In die tijd was er al sprake van “een grote represailleoperatie” in het gebied. Door de zware wapens die het schiereiland via Libië werden binnengesmokkeld, werden de operaties om de drugsplantages van de bedoeïenen te vernietigen buitengewoon gevaarlijk. Een jaar lang stopten de operaties volledig, en ze zijn sindsdien alleen op kleinere schaal hervat.

Advertentie

Volgens de cijfers van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken werd in het jaar voor de revolutie 534 hectare aan opium vernietigd. In het jaar daarna helemaal niets.

Een man laat het wapen zien dat hij met zijn opbrengst van opium heeft gekocht.

Terwijl we in een smalle vallei rond het kampvuur zitten, laten de jonge opiumboeren foto’s op hun telefoon zien van dingen die ze hebben gekocht met de opbrengst van hun werk. Spullen die ze naar eigen zeggen anders nooit hadden kunnen veroorloven: pick-up trucks, een nieuw huis om hun gezin in te stichten, en een paar geweren.

“Natuurlijk ben ik wel bang [voor de gevangenis],” zei er één. “Er was een man die zijn naam in stenen boven zijn opiumvelden had geschreven. Hij werd opgepakt, en de nagels werden uit zijn vingers getrokken. Het leger en de veiligheidsdiensten doen nu helemaal niets, maar in de toekomst misschien wel weer.”

Behalve dat het wat extra geld oplevert, heeft de industrie twee voorspelbare bijwerkingen op de lokale samenleving: verslaving en de dreiging van geweld.

In zeker zes van de negen gevallen waarin buitenlanders sinds 2012 in de Sinaï zijn ontvoerd, eisten de ontvoerders de vrijlating van gevangenen die vastzaten vanwege de drugshandel. De laatste keer dat dit gebeurde was in april 2013, toen een Hongaars lid van de Amerikaanse Multinational Observer Force om precies die reden werd ontvoerd.

De ontvoeringen waren altijd snel afgelopen – vaak onder druk van lokale stammen – en de ontvoerden verklaarden dat ze zenuwslopend waren, maar dat het met de gastvrijheid van de ontvoerders wel snor zat. Eén ontvoerder had enkele verschrikkelijke dreigementen over “schorpioenen, slangen en monsters” gemaakt, maar liet zijn gevangenen vervolgens gaan toen hij eraan werd herinnerd dat hij zelf ook niet graag ontvoerd zou willen worden.

Advertentie

Op de terugweg naar de vallei zag ik een tiener opiumplanten oogsten achter zijn vader en oudere broer. Hij werkte met een schraper, gemaakt van oud metaal. Toen hij even opkeek, alsof hij controleerde of niemand hen in de gaten hield, nam hij een beetje opium op zijn vinger, en likte het eraf. Er bestaat een lokaal gezegde: “Hij die gif verbouwt, zal gif eten.”

Zo ziet rauwe opium eruit na de oogst.

Verslaving is lokaal een groeiend probleem. Niet alleen aan de opium zelf, maar ook aan een bijproduct: jurouz. Het levert een goedkope high en wordt op sociale gelegenheden vaak gratis rondgedeeld.

Mijn gids legde opgewekt uit dat mannen het vaak ook voor de seks innemen, ervan overtuigd dat het hun prestaties verbetert: “Ze nemen het voordat ze de eerste keer met een vrouw naar bed gaan – als ze het goed willen doen. Daarna blijven ze het nemen. Twee jaar lang zijn ze als ezels. Uiteindelijk werkt het niet meer, dus gaan ze op zoek naar een alternatief.”

Maar in praktijk zijn juist de vrouwen in de samenleving de dupe van de verslaafde mannen. De drug maakt mensen snel lusteloos, en zorgen er vaak voor dat je ze moet blijven gebruiken. Zeer weinig vrouwen zijn financieel onafhankelijk, waardoor ze volledig afhankelijk zijn van de inkomsten en uitgaven van hun echtgenoten. Een vrouw die getrouwd is met een bedoeïense man vertelde me dat het sociale leven van mannen alleen maar om de opium draait: “opium nemen is hier net zo normaal als een sigaretje roken.” Er zijn geen betrouwbare statistieken van de hoeveelheid gebruikers of de verslaafden, maar verschillende inwoners aan wie ik het vroeg, schatten dat tussen de zestig en negentig procent van de mannen een vorm van drugs gebruikt.

Het United Nations Office on Drugs and Crime maakte in 2010 de schatting dat er maar liefst zestig ton opium per jaar werd geconsumeerd in Egypte, met ongeveer tienduizend hectare aan productievelden. Het is niet duidelijk of de opium die wordt geteeld in de woestijnbergen van Sinaï wordt omgezet in heroïne. De politieagent die ik sprak zei dat vrijwel alle heroïne geïmporteerd wordt, maar een contactpersoon in Noordelijk Sinaï vertelde me dat smokkelaars zelf beweren dat rauwe opium naar Israël wordt vervoerd en heroïne met een andere weg weer terugkomt. Dat zou betekenen dat de drugs worden omgezet in fabrieken in Israël, maar dat kan ik niet bevestigen.

De jonge mannen die in de bergen kamperen weten niet wie hun product koopt, en ze vragen het ook niet aan de handelaren. Voor hen is het gewoon een manier om in levensonderhoud te voorzien. “Er is geen werk en ik heb geen diploma’s,” zei een jongen. Hij zwaaide zijn arm met een groot gebaar over het opiumveld, grijnsde, en vervolgde: “maar hier ben ik een genie.”

@tom_d_